Melden van onveilige CO-situaties

10-07-2023

Melden van onveilige CO-situaties

In het kader van de CO-wetgeving behoort u als installatiebedrijf in gasinstallaties onveilige CO-situaties in woningen te melden bij onder meer de gebruiker en de gemeente. Welke situaties vragen om een melding en bij wie doet u dat?

Bepalen mogelijk onveilige situatie
Voor en na het uitvoeren van (onderhouds)werkzaamheden aan een gasgestookte cv-ketel in woningen, moet u als installateur CO-metingen uitvoeren. Als onderdeel van het controleren op een veilige werking van een installatie meet u de CO-concentratie in de opstellingsruimte van het cv-toestel en de CO-concentratie in de verbrandingsgassen. Van een potentieel onveilige situatie is sprake bij een CO-concentratie van 5 ppm of hoger. U bent dan als installateur verplicht nader onderzoek te doen en de situatie te melden bij de opdrachtgever. 

Verplicht melden onveilige situaties
Is de CO-concentratie in de opstellingsruimte hoger dan 20 ppm, dan meldt de certificaathouder dit onmiddellijk schriftelijk aan de gemeente (het bevoegd gezag), de certificatie-instelling, de opdrachtgever en ook de bewoner of gebruiker, als deze niet de opdrachtgever zijn. De certificaathouder doet twee keer een melding.

  • Op het moment dat de installatie uit bedrijf wordt genomen. De installatie is onveilig.
  • Op het moment dat na onderzoek, eventueel in overleg met Bouw- en Woningtoezicht, en na herstel, de installatie weer veilig is en in bedrijf is gesteld. De installatie is veilig.
Niet verplicht, maar wel aanbevolen
Ook kan de certificaathouder schriftelijk melding doen aan de gemeente, opdrachtgever en/of bewoner of gebruiker bij de volgende situaties:

  • De installateur herstelt een installatie na een CO-ongeval. De installateur stelt de installatie opnieuw in bedrijf. De installatie is veilig.
  • De installateur heeft geen contract met de opdrachtgever of bewoner. Maar treft een installatie aan die niet volgens de voorschriften is geïnstalleerd / of de installateur meet een concentratie van meer dan 5 ppm CO (bij een gesloten toestel). De installatie is mogelijk onveilig.
In alle gevallen mag u een installatie pas weer in bedrijf stellen als een CO-concentratie onder de veilige waarde van 5 ppm ligt. Hiertoe is het nodig de oorzaak voor de te hoge CO-concentratie te onderzoeken en weg te nemen. 

Melden noodzakelijk voor handhaving gevaarlijke situaties
De meldingsplicht van (potentieel) gevaarlijke situaties is begrijpelijk. Het bevoegd gezag kan alleen adequaat handelen bij een melding. Uw rol en verantwoordelijkheid als installateur is groot, zowel in de signalering als in de oplossing.

Beschikbaar: standaard meldingsformulier 
Om het melden aan de gemeente voor u makkelijker te maken, stelt Techniek Nederland een format meldingsformulier beschikbaar. Dit formulier kunt u gebruiken bij het uit bedrijf nemen van de installatie en bij het na onderzoek en herstel weer in bedrijf stellen. Het formulier is ook te gebruiken bij het informeren van uw opdrachtgever, de bewoner en/of gebruiker, eventueel in verkorte vorm. Voor een melding aan uw Certificerende Instelling (CI) kunt u de afspraken raadplegen in uw certificatie-overeenkomst. De meeste CI’s stellen hun eigen software beschikbaar voor het doen van meldingen. 

Andere hulpmiddelen
Het model-kwaliteitshandboek BRL6000-25 geeft ook model-formulieren voor het uit bedrijf nemen en weer in bedrijf stellen van de installatie, naast een tien-punten-controle voor een veilige werking van een cv-installatie en een uitleg hierop. Leden van Techniek Nederland kunnen dit model-kwaliteitshandboek gratis downloaden.

Achtergrond 
Per 1 april 2023 geldt een certificatieplicht voor installatiebedrijven die werkzaamheden verrichten aan cv-ketels en rookgasafvoerkanalen. Zo worden risico’s op koolmonoxidevergiftiging geminimaliseerd. Het melden van onveilige situaties in woningen als gevolg van te hoge concentraties CO, maakt onderdeel uit van de eisen in artikel 1.38 van het Bouwbesluit en van de certificatie-eisen, opgenomen in BRL6000-25 Gebouwgebonden gasverbrandingstoestellen en bijbehorende voorzieningen voor de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgas. Deze BRL is aangewezen door de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Meer weten?